In en rond Kortenberg
Kortenberg is een fusiegemeente (sinds 1 januari 1977) in het hart van Midden-Brabant gelegen tussen Brussel en Leuven. Groot Kortenberg omvat vier deelgemeenten: Kortenberg, Erps-Kwerps, Everberg en Meerbeek. Ze heeft een oppervlakte van ongeveer 3.451 ha en een bevolking van ongeveer 20.000 inwoners. De deelgemeente Kortenberg is vooral bekend door de oude abdij der Benedictinessen die al in 1095 vermeld werd.
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er al meer dan 10.000 jaar, gedurende korte of lange periodes, mensen op het grondgebied van Groot-Kortenberg verbleven. Bij archeologische opgravingen te Erps-Kwerps werden artefacten uit de vroege ijzertijd en de La Tène-periode (450 BCE tot 100 CE) gevonden. In dezelfde deelgemeente stootte men op een vroeg-Middeleeuws graf.
In 1095 erkende Gualgericus, bisschop van Kamerijk, het bestaan van een religieuze gemeenschap. Deze gemeenschap was ontstaan op de "Curtenbergh", de heuvel die een controlepost vormde op de oude Middeleeuwse weg Brussel-Leuven. Deze heuvel is nu bekend als de Eikelenberg, ten zuiden van de huidige dorpskern en waar zich nu de Villa La Chênaie of Eikelenhof (1841) van de architect Jean-Pierre Cluysenaar (1811-1880) bevindt. 1095 wordt daarom als het stichtingsjaar van Kortenberg aanvaard.
Maar het begin van Kortenberg dateert met bijna zekerheid van voor zijn abdij. Het prille begin van Kortenberg start met twee Frankische nederzettingen: Lindergem en Beernem.
Van deze twee nederzettingen is Lindergem de bekendste. De juiste ligging van dit landbouwareaal is niet meer te achterhalen. Waarschijnlijk situeert het zich tussen de Hofstraat/Hoofveldstraat en de grens van Nossegem. De oudste vermelding dateert uit 1154 en luidt Lindrenghem. Etymologisch zou deze plaatsnaam betekenen: woning van de lieden. De betekenis van de persoonsnaam Lin blijft echter een raadsel. Waarschijnlijk had deze naam iets te maken met zachtmoedigheid en het leger. De oorspronkelijke bewoners van dit gehucht, kregen de plaats van hun nederzetting als familienaam. Zij vormden het geslacht van Lindergem.
De tweede plaatsnaam uit het Frankische tijdvak is Beernem. In tegenstelling tot Lindergem (dat blijft bestaan tot in de achttiende eeuw) sterft Beernem uit in de dertiende eeuw. De naam Beernem (Bernhem) verwijst naar de barre, uitgestrekte weidegrond op en rond de Kortenberg.
Een eerste vermelding van Beernem dateert van 1169. Een godvruchtige dame, Laureta gaf aan de abdij een allodium. Een allodium is een Latijns begrip voor een vorm van grondbezit dat ontstond in de Germaanse tijd. Deze term kan het best in het Nederlands vertaald worden als eigengoed. Bij een allodium is er sprake van een absoluut bezitrecht. Het stuk land is zelf niet onderheven aan het koninkrijk.
Bij de tweede vermelding, in 1210, ging het om een omruiling van grond tussen de kerk van Kortenberg en Franco van Holart. Het derde en laatste handschrift dateert van 22 maart 1230 en bevat een gift ten voordele van dezelfde kerk. Johannes de Bernhem nam afstand van al zijn goederen die nabij Bernhem gelegen waren. Nadien werd Beernem niet meer vernoemd. Dit duidt erop dat het gehucht in de loop van de dertiende eeuw verdwenen is. Ook bij deze nederzetting (zoals bij Lindergem) kwam een geslacht tot stand met de plaats van de nederzetting als familienaam. Het geslacht van Beernem kwam vaak voor en heeft zich eeuwenlang gehandhaafd in het dorpsleven.
De kloosterzusters verhuisden in het begin van de dertiende eeuw naar de 750 meter meer noordelijk gelegen vallei van de Aderbeek, aan het Minneveld, waar nu nog steeds, gedeeltelijk, de oude abdij van Kortenberg staat.
Van oudsher was Kortenberg de woonplaats van de Heren van Cortenberg, die een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van het Hertogdom Brabant. Het Charter van Kortenberg werd op 27 september 1312 in de abdij van Kortenberg door de zieke hertog Jan II van Brabant ondertekend. Het was de eerste keure op het Europees vasteland van die aard.
Op het einde van de vijftiende eeuw wordt Kortenberg geteisterd door oorlogen. Zo plunderen de troepen van Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519) de streek.
De zestiende eeuw wordt gekenmerkt door godsdienstoorlogen. In het najaar van 1568 roofden de troepen van Willem van Oranje (1533-1583) de omgeving van Kortenberg. Ook de volgende eeuw kregen de contreien van Kortenberg te maken met de doortocht van legers en legerbendes.
De aanleg van de Leuvensesteenweg in 1709 was een belangrijke gebeurtenis in de groei van Kortenberg.
De aanleg van de spoorweg in 1866 zou een tweede impuls geven.
Tussen 1880 en 1914 werden in Kortenberg en Erps-Kwerps door de nieuwe, dikwijls Franstalige, burgerij veel nieuwe villa's gebouwd in Art Nouveau, Judendstil of een eclecticische stijl.
De Romeinen legden een Heirbaan te Everberg. Deze liep ook door Meerbeek. In de Middeleeuwen werd deze oude baan veel gebruikt als deel van de verbindingsweg tussen Brugge en Keulen.
De eerste vermeldingen van Everberg dateren uit een oorkonde van het jaar 1112. De naam werd hierop vermeld als Eversberg. In dit document van 1112 wordt plechtig gesteld dat bischop Odo van Kamerijk het "altare" van Everberg aan het het Gasthuis van Leuven schonk. De patroonheilige Sint Martinus wijst op de hoge ouderdom van de kerk van Everberg, die zeker teruggaat tot de 8ste eeuw.
Rond het jaar 1000 had Everberg waarschijnlijk zijn kasteel op de Everberg. Later kwam er het Hof van Montenaken in het Broek (moeras). Er zijn bijna geen overblijfselen meer van voor de wederopbouw van circa 1765. Het huidige kasteel de Merode is gebouwd in classicistische stijl met Louis XVI-ornamenten.
Everberg heeft haar ruraal karakter behouden met oude pachthoven zoals het Gasthuishof, het Huis van de Vroegmis, het Henneken en de Drie Linden, de olieslagmolen en het Biesthof.
Erps-Kwerps bestaat historisch uit twee aparte kernen, namelijk Erps en Kwerps (vroeger Qua(e)rebbe, Querbs, Querps). Kwerps ligt maar iets ten oosten van Erps. Op de Ferrariskaart worden Erps en Kwerps aangeduid als twee verschillende parochies. Vandaag zijn beide dorpen aan elkaar gegroeid, maar beide beschikken ze nog wel over een eigen kerk. Onder het ancien régime vielen Erps en Kwerps onder de meierij van Vilvoorde, in het kwartier van Brussel van het hertogdom Brabant.
De eerste vermelding van Meerbeek (als Merbecka) dateert uit een document uit 1117 toen de bisschop van Kamerijk de altaren van Meerbeek en Beisem schonk aan de priorij van Bornem. Het is het meest landelijke van de vier deelgemeenten van Groot-Kortenberg. De St.-Antoniuskerk staat op de rand van het dorp op de grens van beemden- en akkergebied. De vierkante toren is Romaans en gaat terug tot de 13de eeuw. In de kerk bevindt zich een vroegromaanse doopvont.
Bronnen
Borgions C., De abdij van Kortenberg tegenover adel en patriciaat in Brabant 1095-1572. (Kortenberg 1989).
Delrue J. 2006: "Een uitzonderlijke vondst: Merovingisch glas op het Villershof te Erps-Kwerps" in: Curtenberg 15/1-2 (2006) 16-19.
Hoorne J. & Sturtewagen K.; "Leven en dood op het Villershof. Kortenbergse sporen van
Brabants verleden" in: Publicaties van de Archeologische Werkgroep Kortenberg 1 (2006 Kortenberg).
Hoorne J., J. Bastiaens, G. De Mulder, K. Deforce, A. Ervynck, A. Lentacker en K. Sturtewagen; "Archeologisch noodonderzoek te Erps-Kwerps Villershof (Kortenberg, prov. Vlaams-Brabant). Nederzettingssporen uit de ijzertijd, de vroege en de volle middeleeuwen." in: Relicta 4 (1996) 23-80.
Maes F., "Aan de voet van den Kortenberg" in: Eigen Schoon en De Brabander (1945) 67-75.
Maes F., "Kortenberg, zijn abdij, zijn oude woningen" in: Eigen Schoon en De Brabander (1955) 199-220, 293-303, 359-372.
Lemaire R.; Le patrimoine monumental de la Belgique, Volume 1 (1971) 110-112.
Pauwels D., "Wonen bij de Weesbeek: nederzettingssporen uit de ijzertijd en de middeleeuwen te Erps-Kwerps in: Curtenberg 15/5 (2006) 190-191.
Rouhart-Chabot J., "Abbaye de Cortenberg" in: Monasticon Belge. Deel IV Province de Brabant, volume 1 (Maredsous 1964) 243-267.
Sanderus, Antonius; Chorographia sacra Brabantiae sive celebrium aliquot in ea provincia ecclesiarum et coenobiorum descriptio (1659).
Sevenants W., "Archeologie in Kortenberg" in: Curtenberg 15/5 (2006) 192-194.
Van Heesch J., "Een Keulse denarius uit de 10de eeuw gevonden te Erps-Kwerps". in: Curtenberg 15/4 (2006) 147-148.
Vannoppen H., "De lakenwegen in Erps en omgeving" in: Curtenberg 15/1-2 (2006) 62-64.
Vannoppen, H., Archiefbeelden Kortenberg (Port Stroud 2003).
Vannoppen H., De postgeschiedenis van Kortenberg. (Kortenberg 1983).
Vannoppen H., De geschiedenis van Meerbeek, de baronie tussen de Tomme en de Burcht. (Tielt 1979).
Vannoppen H., Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente: Erps-Kwerps 1776-1976. (Antwerpen,1994).
A. Wauters Histoire des Environs de BruxellesVoorblad editie 1855 van Adolphe Wauters, Histoire des Environs de Bruxelles
Vannoppen H. ed., Kortenberg 1095-1995. (Antwerpen 1995).
Verbeeck M., "De Merovingische begraafplaats te Erps-Kwerps (prov. Brab.). Drie ongestoorde
graven van naderbij bekeken" in: Acta Archaeologica Lovaniensia 26/27 (1988) 41-60.
Verbeeck M., "Vijf opgravingscampagnes te Erps-Kwerps (1987-1991), een bewoningscontinuïteit van de prehistorie tot de Middeleeuwen" in: Acta Archaeologica Lovaniensia 33 (1994) 67-90.
Verbesselt J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw (Zoutleeuw 1950-2001) deel XIV 345-708.
Wauters A. Histoire des environs de Bruxelles ou description historique des localités qui formaient autrefois l'ammannie de cette ville (Brussel 1855).